Jan kapoen




1
een oude heer die had een zoon
een zoontje vol van weelde
die hij al te veel had bemind
en steeds den boer weer speelde
terwijl papa zo gierig was
het zoontje speeld' viool en bas
|: met een of andere modepop
deed hij papa zijn centjes op :|

2
papa die deed zijn oogjes toe
en dacht daar moet een eind aan komen
want op den duur werd hij het moe
heeft een vast besluit genomen
het zoontje dan op zekere keer
en hij en kreeg geen centjes meer
|: en jan kapoen in dronken staat
verkocht zijn ziel en werd soldaat :|

3
papa die dacht het zal niet zijn
van mij zo blijven te foppen
en na verloop van een week of drie
ging hij aan zijn deur eens kloppen
papa den dienst valt mij zo straf
ik zou willen dat ge me kocht eraf
|: papa die sprak en ik wil kapoen
dat gij uwen tijd voluit zult doen :|

4
het zoontje tegen wil en dank
hij moest soldaatje spelen
en viel hem den tijd soms wat te lang
het ging hem zeer vervelen
hij diende met haast zijn jaren uit
en kwam toen eindelijk aan de buit
|: papa die stierf en jan kapoen
werd meester van een klein miljoen :|

5
eenieder stond er van te zien
dat hij papa zo stillekes liet begraven
en niet liet doen een mis of tien
om die arme ziel te laven
't schijnt schande van zo rijk te zijn
te laten begraven zo gemein
|: maar ik weet goed sprak jan kapoen
waarom dat ik geen mis laat doen :|

6
is 't dat papa in den hemel is
waar zal hij die missen laten
en is hij in de hel misschien
wat kunnen die missen hem baten
en is 't dat hij voor langen duur
moet lijden in het vagevuur
|: dan moet hij zo sprak jan kapoen
zowel als ik zijnen tijd uit doen :|

© Bewerkingen van tekst en melodie: Harrie Franken,
Liedarchief Weebosch-Bergeijk