Ach zoetelief de tijd is daar [Arch. nr. L1608-01]
1
ach zoetelief de tijd is daar
dat wij gaan scheiden van elkaar
het is maar voor ene korte tijd
het is maar voor hare majesteit
2
de wet riep mij dat ik moest gaan
en ik nam het koninklijk wapen aan
ik schreef naar haar zo menig brief
maar ach zij had een ander lief
3
toen ben ik naar haar heen gegaan
met veel geweld en droef getraan
ik zag hen beiden toen bij elkaar
dat bracht in zo'n groot gevaar
4
ik nam mijn sabel en geweer
en schoot hen beiden toen terneer
zij lag daar badend in haar eigen bloed
zo ziet men wat de liefde doet
5
kameraden schiet mij nu maar neer
voor mij is er helaas niets meer
ontrouwe liefde ja gij valse meid
vaarwel tot in de eeuwigheid
In 1983 tekende ik dit lied op bij Dientje de Vries-van Dongen (Dientje Rompa)
in Made. In mijn Liederen en dansen uit de Kempen gaf ik op blz. 69 een
eerdere optekening te Duizel. De verschillen zijn niet groot. Bij de Madese
versie zijn enkele rijmende regelparen in een andere strofe terecht gekomen.
Zo wordt daar de tweede strofe gevormd uit de eerste twee regels van de tweede
strofe en de twee laatste regels uit de derde strofe van de Duizelse versie.
De twee laatste regels van de tweede strofe zijn in Made verschoven naar het
einde van de eerste strofe enz. De laatste strofen van de twee optekeningen
zijn echter geheel verschillend. Berust de moordenaar in de Madese versie in
zijn lot, in de Duizelse versie heeft hij duidelijk spijt van zijn daad, als
hij (neergeschoten door zijn kameraden die de straf moesten voltrekken?) in
het zand neervalt en beseft wat hij gedaan heeft.
een dag daarna toen kwam
de spijt
toen werd mij de doodstraf voorgeleid
ik viel in het zand als zondaar neer
en bad om hulp bij god den heer
Hoewel de melodieën van beide versies duidelijk verwant zijn, beweegt de
melodische lijn zich toch verschillend.