De dood en de korporaal
[Arch. nr. L1403-01]



1
o hemel ik bespeur
dat ik niet meer kan leven
de dood staat voor mijn deur
wil geen pardon meer geven
|: mijn levensloop is uit
en nu is het spel verbruid :|

2
moet dan een muzikant
in 't bloeien van zijn jaren
gaan sterven als een plant
och dood wil mij toch sparen
|: laat mij in 't leven hier
in vreugde en plezier :|

3
zijt gij een muzikant
die heb ik juist van node
ik kom als afgezant
hier uit het rijk der doden
|: gij moet nu met mij mee
hier helpt geen ach en wee :|

4
moet dan een jong krijgsman stout
in 't bloeien van zijn jaren
pas twintig jaren oud
de wereld gaan verlaten
|: ach dood verschoon mij toch
laat mij in het leven nog :|

5
neen ik verschoon u niet
ik houd veel van soldaten
gij moet naar mijn gebied
deze wereld gaan verlaten
|: gij moet de mijne zijn
hier helpt geen medicijn :|

6
och dood ik ben zo jong
wat heb ik toch misdreven
ik danste zong en sprong
tot vreugd' van 't jeugdig leven
|: en in de zoete min
vond ik ook grote zin :|

7
juist omdat gij zo straf
met die meisjes hebt gesprongen
moet gij zo jong naar 't graf
uw liedje is uitgezongen
|: dus moet gij dwaze kwant
alnu reeds onder 't zand :|

8
ach moet ik dan van kant
daar ik zo lustig hoopte
weldra te zijn sergeant
waartoe mijn chef mij noopte
|: dus hein-piet ik bid u zeer
pardon voor deze keer :|

9
ik weet van geen pardon
ik weet van geen genade
al waart gij een baron
met tas en kaskenade
|: bij mij is geen verschil
als ik iemand hebben wil :|

10
en o hemel welk een smart
de dood die komt mij nader
ik voel het aan mijn hart
mijne vrienden altegader
|: 'k zeg allen dan vaarwel
dus ook mijn pieternel :|

11
en och dokter kom gezwind
doet mij een ader open
eer schraalhans mij verslindt
misschien is er nog hope
|: want ik zit in het nauw
kom toch en help mij gauw :|

12
gij vijand van den dood
kom hier het pleit beslechten
wil dokter in mijn nood
dien ribbenkast bevechten
|: en al win je niet altijd
zie dat ge mij bevrijdt :|

13
voort voort de tijd mankeert
hier helpt geen aderlaten
daar is gecommandeerd
een gans peloton soldaten
|: die zullen nu vooraf
zes schoten doen op 't graf :|

14
scherminkel wil je dan
volstrekt niet mij verzaden
als het niet anders kan
vaartwel mijn kameraden
|: en de jonge korporaal
groet u de laatste maal :|

15
adieu dan altemaal
mijne vrienden en vriendinnen
met wie ik zo menigmaal
de vreugde mocht beginnen
|: denkt toch altoos aan mij
wanneer ik niet meer zij :|

16
wil knokkelhans zo zeer
dat ik in 't graf ga wonen
wilt dan een laatste eer
ook nog aan mij betonen
|: als ik ben ter rustplaats heen
schrijf dan op mijn grafsteen :|

17
hier ligt een korporaal
van tweeëntwintig jaren
in exercitiepraal
en in muziek ervaren
|: geboren in het hessenland
hier ligt een losse kwant :|

18
laat dat maar zijn beloop
men zal u wel begraven
hier ligt een ganse hoop
van alle soort van slaven
|: ze zijn daar allen gelijk
bij mij in dat dodenrijk :|

19
maar dood begrijp eens goed
wanneer ge mij doet sneven
wat schade dat ge u doet
indien ge me niet deed leven
|: wat in het oorlogsgevecht
door mij wordt neergelegd :|

20
op hetgeen dat gij daar zegt
moet ik mij eens bezinnen
want waarlijk 't was niet slecht
ik kon er nog bij winnen
|: welnu ge zijt uit den nood
doch schiet er velen dood :|

21
ruk schraalhans gauw maar in
met uwe magere kaken
waarechtig ik heb geen zin
de reis met u te maken
|: 't is veel te prettig hier
en ik maak nog veel plezier :|

Opname: Prinsenbeek, Jo Vissers-Struijs, november 1982

In een liedschrift (1900) bij fam. Den Otter te Boxtel vond ik nog twee strofen meer, in te vullen na de achtiende strofe:

18b
maar kaakbeen 'k wil niet mee
al komt ge mij bedreigen
ik roep niet meer o wee
ge kunt me nog niet krijgen
|: mijn pijn is weer gedaan
en gij kunt henen gaan :|

18c
't is mijn gewoonte niet
als 'k iemand weg kom halen
dat men mij weerstand biedt
en hij zo lang blijft dralen
|: kom pruttel maar niet meer
en leg uw wapens neer :|

Bij Anna v.d. Elzen te Veghel verloopt het lied na de dertiende strofe geheel anders:

14
daar ligt mijn zijdgeweer
mijn zitting en mijn kleren
want ik kan nu niet meer
soldaten exerceren
draag mij maar alleen
naar 't eeuwig doodrijk heen

15
aduw dan altemaal
gij dames en gij heren
daar ik nog menigmaal
placht mede te verkeren
en zocht u naar uw deel
een ander naar 't kasteel

16
aduw dan kameraden
nu ga ik van u treden
laat toch een braaf soldaat
de plaats van mij betreden
terwijl ik niet verwon
moest uit 't bataljon

17
aduw dan kameraden
ik ga met 't rijk der doden
een koopman of korporaal
is hier niet meer van node
of ander vrolijkheid
ik word in 't graf geleid

18
is 't nu al zo zeer
dat ik in 't graf zal wonen
dat ik de laatste eer
die zij aan mij betonen
moet ik dan met geweld
naar 't eliasveld

19
adieu dan Afrika
nu ga ik mij begeven
uit deze slavernij
daar vindt m'n betere stand
het rechte vaderland

20
hier ligt een korporaal
van tweeëntwintig jaren
een meester ja in praal
in 't muziek zeer ervaren
geboren in hezeland
hier licht een muzikant

Behoudens de lengte zijn de verschillen tussen de verschillende optekeningen over 't algemeen niet groot. Het lied zal daarom niet alleen mondeling, maar ook schriftelijk overgeleverd zijn, b.v. via liedbladen als van Van Paemel en via liedboekjes als De zingende vink, in 1917 door Frans Rombouts te Roosendaal uitgegeven. Ook de wat oudere versies zoals die uit Boxtel (liedschrift 1900) komen bijna woordelijk overeen met de versie in De zingende vink. Het is mij bekend, dat Rombouts in sommige van zijn uitgaven een oproep deed aan zijn lezers om hem liedjes op te sturen voor zijn bundelingen. Ook nam hij liederen over van oudere bundels of liedbladen.
Een enkele kortere versie van het lied die ik optekende bij Albert v.d. Berg te Heesch (liedschrift 1910) blijkt toch te bestaan uit een keuze uit de strofen van het langere lied. Ook Lootens en Feys geven een keuze van vijf strofen uit het lange lied (zie Chants Populaires Flamands, Antwerpen 1990, een heruitgave van het liedboek uit 1879). Lootens en Feys vermelden nog dat het lied op het einde van de 18e eeuw in de door hun gegeven korte versie (zoals bij Van Paemel, nr. 13) erg bekend was.

De melodie doet me denken aan Daar vaart een man op zee, daar vaart een man op de mosselzee.


Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk