2
Katrien die sprak: m'ne lieve maot
Wa zède mee mè bezeten
We zèn tesamen als kameraod
We vrezen geen verraad
Daarop gaf hij haar een zoentje
Waar ze zellever stond te zien
Ze bloosde als een hoentje
En hij sprak: mijn lieve Katrien
3
die over liefde had geen twist
om samen vrij te blijven
toen kropen ze in de haverkist
dat Jantje niet en wist
maar door het schaven en schokken
en de slag van roebedoe
toen begon de kist te schokken
en het scheel dat klapte toe
ze waren zo geschrokken
de liefde was haast vergaan in pijn
ze zaten opgesloten
maar 't kon d'r niet anders zijn
4
mijnheer kwam thuis en hij riep er zijn knecht
want hij was moei van 't rijen
en daar hij zocht hij vond ze slecht
ze kwamen niet terecht
toen heeft hij het paard van stal gedreven
eer hij van de grap afwist
en om het beest het zijne te geven
ging hij naar die haverkist
hij hoorde een geritsel
en hij dacht wat speelt er in mijne zin
maar jantje riep er met zuchten:
mijnheer ik zit erin
5
toen is de kist op korten tijd
door ene smid geopend
Katrien was haren asem kwijt
maar Jantje heeft gezeid:
mijnheer wil mij pardon toch geven
want 't is Katrien d'r fout
want toen ze mij wilde dresseren
toen heeft ze me in de kist gestouwd
als g'in de stal gaat vrijen
blijf dan uit de haverkist
-
dat Jantje niet en wist
Opname: Achtmaal, Johanna
Dictus-de Bruyn, maart 1982
Jammer, dat deze oude versie
van de haverkist nogal wat corrupte gedeelten bevat. Daarom ook heb ik van de
eerste drie strofen de melodie gegeven. Voor andere versies van dit lied zie
men op deze site Van zingen en speule nr. 108. Ook gaf ik al voorbeelden
van dit lied in mijn Liederen en dansen uit de Kempen (blz. 79 en 80),
in Kroniek van De Kempen, deel 3 (blz. 152), Kroniek van De Kempen,
deel 7 (blz. 96) en in Kroniek van De Kempen, deel 10 (blz. 140).
Met asem (str.5, r.3)
wordt bedoeld maagddom, met dresseren (str.5, r. 7) caresseren.
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk