1
wie springt het eerst steeds uit de kooi - de knecht
wie zorgt voor warme stal en hooi - de knecht
wie gaat het laatste naar zijn bed
en heeft op vonk en vuur gelet
|: de knecht de knecht de knecht :|
2
wie heeft er nooit een kwade bui - de knecht
wie tapt onschuldig ui op ui - de knecht
wie scheert er dikwerf naar de kerk
zo leukjes tussen al zijn werk
|: de knecht de knecht de knecht :|
3
wie is zijn heer tot rechterhand - de knecht
bewaart diens goed als heilig pand - de knecht
wie hebben maagd en kind'ren lief
wie is zijn vrouwtjes hartedief
|: de knecht de knecht de knecht :|
4
zo slaaft hij dan van dag tot dag - de knecht
zo lang als hij maar leven mag - de knecht
maar wie meent gij zal na zijn daên
het veiligste ten hemel gaan
|: de knecht de knecht de knecht :|
5
welaan, spreekt hem den heiland toe - de knecht
nu zijt gij oud en eind'lijk moe - de knecht
getrouwe knecht zit rustig neer
voor immer bij uw god en heer
|: o knecht o knecht o knecht :|
Het lied nam ik in 1985
over uit het liedschrift van Adriana Neelen-Uijtdewilligen te Wouwse Plantage.
Boven het lied stond vermeld: Wijze: de boer. Het lied van de
boer gaf ik eerder in Kroniek van De Kempen, deel 9, blz. 136. Waarschijnlijk
is het lied dus gemaakt als variant op het lied van De boer. De wijze
is: Wie in januari geboren is.
Voor
aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk