De valse tong (2)
[Arch. nr. L1562-02]



1
een jaloerse valse tong
is van veel kwaad oorsprong
zij zoekt duivels listen en praktijk
om te bederven menig huwelijk
gelijk waarlijk is geschied
hoe ik vermelden zal hier in dit lied
gelijk in Rijssel is klaar gebleken
hoedat een deugdzaam paar
raakte in droefheid zwaar

2
daar woonde een koopman
vrienden wilt mij verstaan
in grote liefde en deugdzaam met zijn vrouw
hadden drie kinderen in de echten trouw
leefden wel zeven jaar
in grote vreugde en liefde bij elkaar
maar een valse tong die dit benijdde
die bracht hun in 't verdriet
gelijk men dikwijls ziet

3
in die schone stad
waar hij veel koopmanschappen had
en veel kommersie in landen en in stee
en leefde met zijn vrouw in rust en vree
ziet hoe een hels serpent
door achterklap de ware liefde schendt
dat zal ik u hier gaan verhalen
van een jaloerse madam
waar hij dikwijls kwam

4
zij sprak hem listig aan
't is jammer dat zo een man
is met een vrouw getrouwd in den echten staat
die met een ander haar te buiten gaat
want haar geheel hart dat brandt
al naar een groot milord uit Engeland
hier is den ring die zij mij heeft gegeven
op de belofte groot
om u te brengen ter dood

5
want zij snakt naar uw bloed
dat weet ik vast en goed
hetwelk geschieden zal deze nacht
als gij u zelven daar niet voor en wacht
als hij den ring zag aan
stond hij met grote vrees belaan
want hij den ring toen aanstonds kende
die hij schonk aan zijn vrouw
op den dag van zijn trouw


6
maar de heer wist het niet
dat deze vrouw tot haar verdriet
dat trouw en denkband kostelijk pand
den ring verloren had al van haar hand
die deze snode dam
had gevonden toen zij uit de kerk kwam
want zij den ring toen aanstonds kende
den naam stond ongeschend
van binnen ingeprent

7
zij gaf hem aan den heer
die uitriep en ik zweer
mijn vrouw dood voor ongetrouwigheid
ziet hoe een valse tong veel kwaad bereidt
die tussen man en vrouw
zo schendt de liefde en ook breekt den trouw
hij heeft zijn knecht op eed gedwongen
met een zo boosheid groot
zijn vrouw te brengen ter dood

8
de knecht heel onbelaan
die heeft het toegestaan
en de heer die sprak al gauw
en wacht niet lang ga aanstonds naar mijn vrouw
zeg haar op staande voet
dat zij aanstonds bij mij komen moet
gij moet haar wreed den hals afsnijden
en breng mij dan met spoed
haar halssieraad bebloed

9
gaat heen en wacht niet lang
den knecht tegen zijn dank
en hij is naar huis gegaan
hij sprak mevrouw komt aanstonds bij uw man
hij is te doornik in de stee
de onnozele vrouw ging aanstonds mee
zij zijn in 't midden van een veld gekomen
sprak den knecht tot haar leed
mevrouw maakt u gereed

10
ik heb mijn eed gedaan
op verzoek van uw man
om u al hier te brengen wreed ter dood
de vrouw vol schrik en alleratie groot
zij riep met droef getraan
o Jezus wat heb ik voor kwaad gedaan
dat ik hier onverwacht moet sterven
een onschuldige dood
o god wat droefheid groot

11
ach mijn goede knecht
heel deugdzaam en oprecht
ach laat mij leven bid ik u in Jezus' naam
ik zal terstond van hier het land uit gaan
en reizen overal
zolang mij god het leven geven zal
wilt mijn verleide man dan zeggen
dat hij mijn kinders voedt
zijn eigen vlees en bloed

12

den knecht ziende de vrouw
zo jammerlijk vol rouw
hij sprak mevrouw ik weet goede raad
en wilt mij geven dan uw halssieraad
dat zal ik smeren met bloed
dat uwen man terstond geloven doet
dat ik u het leven heb benomen
zij heeft met droef getraan
haar halssieraad afgedaan

13
gaf het den knecht met spoed
sprak met traan in overvloed
geef dit sieraad aan mijn man
den hemel weet waar ik nog dwalen kan
den knecht zei adieu mevrouw
den hemel die verzacht uw druk en rouw
en zij is naar Brussel toe gegaan
waar zij vol druk en rouw
trok manskleren aan heel gauw

14
zij reisde naar Duitsland
te Koblenz waar zij vond
een logement waar veel volk logeerde
en heeft voor knecht haar daar aangepresenteerd
diende rap en bekwaam
en Louis was haar naam
ziet hoe god den mens kan troosten
en de valsheid ontdekt
en uit zijn droefheid trekt

15
door de onenigheid
in Frankrijk breed en wijd
moest dezen heer uit Rijssel vluchten gaan
en is gekomen zo in Duitsland aan
hij nam zijn kinderen mee
en is gekomen in Koblenz stee
hij kwam in 't logement logeren
waar zijn vrouw diende voor knecht
heel deugdzaam en oprecht

16
als zij haar man zag aan
stond zij met vrees belaan
maar als zij haar lieve kinderen zag
dacht zij o god wat groten blijden dag
nu ik mijn kinderen zie
en zijn gezond welvarend alle drie
maar toch zij heeft haar ingehouden
maar na een weinig tijd
werd het avondmaal bereid

17
vrouw en kinders aten mee
tesamen in liefde en vree
maar ziet hoe wonderlijk trekt de natuur
ziet van die kinders hier een groot figuur
de kinders blij van zin
toonden haar moeder veel liefde en min
zij zijn op Louis haar schoot gesprongen
kusten Louis op haren schoot
uit zuivere liefde groot

18

den vader verwonderd daar
die zag deez' liefde klaar
't was in het midden van den maaltijd
Louis was vol van teerhartigheid
vraagde den vader ras
waar dat de moeder van deez' kinders was
den heer heeft vol smart gesproken
hij sprak met zuchten groot
zij is al vier jaren dood

19
haar dood zal mij tot straf
doen slepen in het graf
Louis is aanstonds op deez' ree
is vlijtig naar haar kamer toegetree
trok vrouwskleren aan
en is toen zo bij haren man gegaan
als hij haar zag riep hij met klacht
bij angst en thans vol rouw
zijt gij mijn lieve vrouw

20
die ik door een kwade tong versnood
deed brengen ter dood
hij viel aanstonds voor haar te voet
vergeef het mij o vrouw in Jezus zoet
want ik heb u misdaan
de vrouw: sta op mijn lieve man
de kinderen hebben blij geroepen
riepen den vader aan
is dat ons moeder dan


De melodie van deze 'roman' in liedvorm werd niet meer gekend door de Gezusters Wijnen te Asten-Heusden, bij wie ik het lied in 1983 uit een liedschrift overnam. De strofestructuur wijst echter zonder meer naar Ik drink den nieuwen most, een melodie die bijzonder populair was bij dit soort lange, verhalende liederen. Ze komt bij ons al voor in 17e eeuwse liedbundels als Starters Friesche Lusthof (1627) en Amsterdamsche Pegasus (1627). De melodie vond volgens Florimond van Duyse (Het oude Nederlandsche lied, Tweede deel, Hilversum 1965, blz. 1118) haar oorsprong in de 16e-eeuwse Franse melodie La Royale of La Sylvie. Ze bleef bij ons meer dan twee eeuwen populair. Daardoor kon ik in onze provincie nog veel liederen optekenen, die gezongen werden op deels goed bewaarde, deels gehavende afstammelingen van deze populaire zangwijze, liederen zoals

Hoort katholieken al
Geestelijck Liedeken van den tegenwoordigen algemeynen JUBILE
Het rijk menisterskind
Wat is Pruisen is geschied
Lied van de veranderlijke liefde
Den bloedigen kruisweg die onze heer Jezus Christus heeft gedaan....
Lied van de twijfelende juffrouw
Deze wraak enige tijd geleden te Hamburg geschied
enz.

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk