Drinklied
[Arch. nr. L1181-02]



1
kom drinken wij ons glaasje van nummero één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

2
kom drinken wij ons glaasje van nummero twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

3
kom drinken wij ons glaasje van nummero drie
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

4
kom drinken wij ons glaasje van nummero vier
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

5
kom drinken wij ons glaasje van nummero vijf
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

6
kom drinken wij ons glaasje van nummero zes
zes uit de fles
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

7
kom drinken wij ons glaasje van nummero zeven
zeven om me leven
zes uit de fles
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

8
kom drinken wij ons glaasje van nummero aacht
aacht en gepaacht
zeven om me leven
zes uit de fles
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

9
kom drinken wij ons glaasje van nummero negen
negen en gekregen
aacht en gepaacht
zeven om me leven
zes uit de fles
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

10
kom drinken wij ons glaasje van nummero tien
tien en gezien
negen en gekregen
aacht en gepaacht
zeven om me leven
zes uit de fles
vijf om me lijf
vier om plezier
drie om twee
twee om één
één alleen en één is geen
en daarom drinken wij ons glaasje alleen

opname: Gemonde, Marinus Versantvoort, november 1982

De invoegingen worden steeds op dezelfde wijs gezongen, nl. op die van één alleen. Ik geef hier een voorbeeld vanaf de vierde strofe.




Dit stapellied kon ik slechts optekenen in een beperkt gebied van de Meierij (Boxtel - Schijndel - Gemonde). Ook in de literatuur vond ik geen vermeldingen. De Boxtelse versie gaf ik eerder in Kroniek van De Kempen, deel 14 (blz. 145).


Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk