1
en de vader die pakte
het meisje bij haar krullebol
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is mijne rollebol
vader van beminde
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
2
en de vader die pakte
het meisje bij haar orentje
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is mijnen horendoor
vader van beminde
m'nen horendoor
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
3
en de vader die pakte
het meisje bij haar ogentje
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is m'ne kijkerdekijk
vader van beminde
m'ne kijkerdekijk
m'nen horendoor
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
4
en de vader die pakte
het meisje bij haar neusje
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is m'ne ruikerderuik
vader van beminde
m'ne ruikerderuik
m'ne kijkerdekijk
m'nen horendoor
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
5
en de vader die pakte
het meisje bij haar mondje
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is m'ne mondspreekpront
vader van beminde
m'ne mondspreekpront
m'ne ruikerderuik
m'ne kijkerdekijk
m'nen horendoor
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
6
en de vader die pakte
het meisje bij haar kinnetje
en sprak mijn lief Olinneke
en wat is dat
dat is m'ne wapperdewap
vader van beminde
m'ne wapperdewap
m'ne mondspreekpront
m'ne ruikerderuik
m'ne kijkerdekijk
m'nen horendoor
m'ne rollebol
en alles in die soort
|: maar de nachtegaal die slaat
op mijne rollebol :|
Nellie van Sleeuwen te Boekel leerde dit stapellied van een dienstmeid uit
Beek en Donk, maar volgens haar was het lied ook in Boekel bekend. Zij zong
het mij voor in 1985. De zanger(es) heeft het kind op schoot en raakt onder
het zingen telkens een van de onderdelen van het hoofd aan waarover gezongen
wordt. De stapeling geschiedt op dezelfde wijze als bij m'ne rollebol.
Ik vond een variant van het lied in een artikel van B.W.E. Veurman (Over
kinderspel en kinderlied in Neerlands volksleven, jrg. 19, nr.
4, blz. 28). Hierin vinden we misschien de verklaring van Olinneke. Bij
Veurman is dat vogel van de linde. Het woord rollebol in de
laatste regel van elke strofe zou een verbastering kunnen zijn van Salomon.
Ik geef hier enkele strofen van het aanraaklied volgens Veurman.
Ik greep
moeder Elsje aan haar hoofd,
Ik zeide: 'Moeder Elsje, wat dingeschijn is dat?'
'Dat is mijne krullebol, vogel van de linde,
Krullebol, rom-bom-bom,
Lang leve Salomon en Salomon is niet dom.
Ik greep moeder Elsje aan haar oog,
Ik zeide: 'Moeder Elsje, wat dingeschijn is dat?'
'Dat is mijne kijk-uit, vogel van de linde,
Kijk-uit, krullebol, rom-bom-bom,
Lang leve Salomon en Salomon is niet dom.
Ik greep
moeder Elsje aan haar neus,
Ik zeide: 'Moeder Elsje, wat dingeschijn is dat?'
'Dat is mijne snuit-uit, vogel van de linde,
Snuit-uit, kijk-uit, krullebol, rom-bom-bom,
Lang leve Salomon en Salomon is niet dom.
enz.
Voor
aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief
Weebosch-Bergeijk