En de zomer gaat beginnen [Arch. nr. L1265-02]



1
en de zomer gaat beginnen
al in een schone lentetijd
en voor hen die weer gaan trouwen
en het plezier dat zijn ze kwijt
en dan leven zij vol zorg
over hare huisgezin
en 't plezier 't is vervlogen
ja vertrokken als de wind
|: gelijk men daag'lijks ondervindt :|

2
en het eerste jaar het beste
en dan is het trouwen ja heel mooi
maar dan zitte gij al gevangen
gelijk een vogel in een kooi
en het tweede jaar al slechter
het gebrom al van een vrouw
en de man die moet maar zwijgen
trekken maar aan de wiegentouw
|: o wat heb ik toch berouw :|

3
en Jan die sprak: ach moeder
en o wat ben ik toch slecht getrouwd
en weesde gij het mijn behoeder
want het heeft mij zo lang berouwd
en dat er mij zo zuchten
en het kinderlijk geschrei
en het gebrom al van die vrouwen
komt er dan nog bij
|: o wat heb ik toch een spijt :|

4
en dus jongens en dus meisjes
beminde gij de liberteit
en voor hen die willen gaan trouwen
en het plezier en dat zijn ze kwijt
en dan kunde gij gaan wandelen
de jongen met de meid
in de vogelengezangen
roept men: vivat den liberteit
|roept men vivat den liberteit :|

Van dit lied, in 1982 aan mij voorgezongen door Jan Hellings te Schijndel, heb ik in de provincie meerdere varianten kunnen optekenen. De meeste in de streek van Jan Hellings, zoals te Vorstenbosch (in 1982 bij Mieke van Grunsven), te Schijndel (bij de fam. van Roy-van Heeswijk in een liedschrift uit 1930), te Nijnsel (in een ongedateerd liedschrift bij de fam. v.d. Meyden), te Gemert (in een liedschrift uit 1900 van Arnoldina Maas), maar ook één in Zundert (in 1982 bij Antonia Marijnissen-de Bruijn). De melodieën zijn wel wat verschillend, maar tonen duidelijk verwantschap met elkaar. Een lied met een geheel andere structuur, maar zeer zeker van dezelfde oorsprong, vond ik in 1983 te Deurne bij Antonia Verhees-Maas. Dit lied gaf ik al eerder in Kroniek van De Kempen, deel 13 (blz. 166-167).
Ter vergelijking geef ik hier nog de tekst uit het liedschrift (begin 1900) van Arnoldina Maas, die duidelijk illustreert hoe uit het geheugen opgeschreven liederen een tekst behoorlijk kunnen toetakelen, zeker als de betekenis van bepaalde gedeelten de zanger(es) niet duidelijk is. Zie maar eens de laatste regels van de tweede strofe: zoom en dagelijks zonder vind, wat natuurlijk moet zijn: zo men dagelijks ondervindt en de eerste regels van de laatste strofe en de sjongman en des smeisjes / en begint de lieber tijd, wat is: en dus jongens en dus meisjes / en bemint de liberteit. (1) Dergelijke, verkeerde notaties vindt men vooral bij beschrijvende gedeelten of bij zinnen, zoals hier, die erg afwijken van de dagelijks omgangstaal.

De zomer gaat beginnen [Arch.nr. L1206-04]

1 vers
De zomer gaat beginnen
en de schoone lente tijd
Maar al die wille trouwe
hun pleziere zij ze kwijt.
Dan kunde gij gaan wandelijk
het groene op en neer
gevogelen gezangen
om te hooren ons een keer
om te hooren ons een keer

2 vers
en de meisjes wille trouwe.
maar ze denken te tijd niet na
om te leve als de vrouwe
en zoo komen ze int gevaar
en dan leve zij vol zorgen
voor heele huisgezin
hun pleziere zijn vervlogen
ja vertrokelijk in de wind
zoom en dagelijks zonder vind
zoom en dagelijks zonder vind

3 vers
en Jan die sprak ach moeder
en wat ben ik toch hard getrouw
en wees toch mijn behoeden
want dat heeft mij zoo lang berouwt
en vlugten van het kinderen geschreit
het gromme en het knore van me vrouw
dat kom ter bij
o wat heb ik toch een spijt
o wat heb ik toch een spijt

4 vers
het tweede jaar wat slechter
en dan begint de vrouw
dan moet de man maar zwijgen
treke met het wiegetouw
o wat heb ik toch berouw
o wat heb ik toch berouw

5 vers
en de sjongman en des smeisjes
en begint de lieber tijd
en dan hoef gij nooit te denken
van dien trouw daar heb ik spijt
en dan kunde gij gaan wandelen
een jongje met een meit
vroolijk dan gezongen
ja vieva de lieber teit
ja vieva de lieber tijd

Het is niet zo verwonderlijk dat dit lied over het trouwen begint met inleidende regels over de lentetijd. Het trouwen op de dorpen was nauw verbonden met de lentetijd. Dat had o.a. te maken met het werk en de beschikbare ruimte op de boerderij. In de winter was er geen plaats om bruiloft te vieren; schuur-en stalruimten waren bezet. In de zomer en in het najaar had men het te druk, maar in het voorjaar, als het vee weer naar buiten kon en het op de boerderij nog niet zo druk was, had men ruimte en tijd om te trouwen. In het lied De pèèrdemèrt ( zie Liederen en dansen uit de Kempen, blz.577-578) lezen we ook enkele regels die daar op duiden:

èn nou trööwe wij tesaome 't volgend jaor in maai
dan gaon de koeikes naor de waai
dan legge de veugeltjes 'n aai.

1. Liberteit (van het Franse liberté) betekent vrijheid, vrijgezellenleven. terug

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk