Er was eens een heertje
[Arch. nr. L1347-01]



1
er was eens een heertje 't was wel diededom
't was wel dom dadom diede diededom
er was eens een heertje t was'weldergemoed

2
en dat nam er zijn wandelstok in diedeldom
stok in dom dadom diede diededom
en dat nam er zijn wandelstok in de hand

3
en hiermee ging hij naar het mor diededom
naar 't mor dom dadom diede diededom
en hiermee ging hij naar het morgenland

4
en dat morgenland lag vlak voor diededom
vlak voor dom dadom diede diededom
en dat morgenland lag vlak voor er die deur

5
en daar zaten drie hupse mooi mei diedeom
mooi mei dom dadom diede diededom
en daar zaten drie hupse mooi meisjes schoon

6
en het ene was hups en het andere fijn
ja fijn dom dadom diede diededom
het ene was hups en het ander fijn

7
en een derde schonk mij een mooi krans diededom
mooi krans dom dadom diede diededom
en een derde schonk mij een mooi kransje alleen

8
een mooi kransje van die blauw bloe diededom
blauw bloe dom dadom diede diededom
een mooi kransje van die blauw bloemen mijn

Opname: Asten-Heusden, Joh. Vervooldeldonk-van Oosterhout, oktober 1982. Zij zong uit een liedschrift van Joh. Berkers te Lierop.

Van dit oude lied heb ik naast deze optekening te Asten-Heusden nog enkele optekeningen meer. In mijn Liederen en dansen uit de Kempen (blz. 569) gaf ik een voorbeeld uit Hoogeloon en in Kroniek van De Kempen, deel 2 (blz. 171) een voorbeeld uit Heeze. Hier ook vindt men achtergrondinformatie over het lied.
De typische uitgang van de melodie, eindigend op de kwint, vinden we ook in de variant uit Heeze. Beide melodieën zijn dan ook sterk aan elkaar verwant.

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk