In 't bos daar staat een boom
[Arch. nr. L1212-02]



1
in 't bos daar staat een boom een denneboom
van ond'ren breed van boven smal
|: daar zaten altijd bij elkaar
twee geliefjes hij en haar :|

2
hij sprak zijn meisje minzaam aan
sprak: ik moet van u vertrekken gaan
|: voor zeven jaren lange tijd
maar 't is voor onze toekomstigheid :|

3
maar Edouard als gij moet gaan
mag ik u dan trouw terzijde staan
|: u helpen in den dringenden nood
u bijstaan ja tot in den dood :|

4
maar meisje lief 't is een proef
als ik daar zeven jaar vertoef
|: sla ik daar op een eenzaam kluis
dus Mina lief blijf jij maar thuis :|

5
ik blijf dan thuis omdat u mij 't gebiedt
als 'k u over zeven jaar weerzie
|: hier op dit plekje bij het mos
achter ons huisje in het bos :|

6
die zeven jaren zijn nu voorbij
en Mina maakte zich al blij
|: want straks dan komt mijn Edouard weer
hier op het plekje van weleer :|

7
zij liep zo vlug zij kon naar 't bos
en daar kwam een ruiter op zijn ros
|: hij sprak het meisje minzaam aan
en vroeg waar zij naar toe wil gaan :|

8
heer ruiter ik zoek mijn dierbaar vriend
die mij voor zeven jaar verliet
|: nou heden is de tijd voorbij
en hij komt terug nu weer bij mij :|

9
maar meisje lief ik ken die baron
die naar de hand van een ander meisje dong
|:en gister reeds geloof me maar
ging hij met haar voor het altaar :|

10
dan wens ik hen parem als zand
en .......... het eenzaam strand
|: en verder een gelukkig paar
die heel veel houden van elkaar :|

11
maar Mina lief herkent ge me niet
ik ben 't die u voor zeven jaar verliet
|: en door uw grote liefde en trouw
zijt ge spoedig toch mijn vrouw :|

Opname: Schijndel, Jan Hellings, dec. 1982

Het lied werd erg vrij, vertellend gezongen. Door de invoeging van de woorden een boom in de eerste regel van de eerste strofe is ook de melodische regel daar verlengd. Vanaf de tweede strofe is de melodie van de eerste regel:





Het lied, dat een zeer grote verspreiding heeft gekend, begint meestal als volgt:

Een denneboom stond in het dal
van boven breed van onder smal

Het thema, de beproeving van de trouw van het meisje, vinden we in meerdere liederen zoals het verwante Er zou eens een maagdeke vroeg opstaan. Oorspronkelijk was de denneboom een lindeboom. Al in 1537 werd het lied hier gezongen: Daer staet een linde in ghenen dal, van boven breet van onder smal. Niet alleen in Nederland en Vlaanderen, maar ook in Denemarken en vooral in Duitsland vinden we liederen over dit gegeven.

Liederen over dit thema gaf ik al eerder:

Ik was op een morgen vroeg opgestaan (in Liederen en dansen uit de Kempen, blz. 126)
Er was eens een meisje vroeg opgestaan (in Liederen en dansen uit de Kempen, blz. 127)
Er was eens een maagdeke vroeg opgestaan (in Kroniek van De Kempen, deel 1, blz. 120)
De denneboom (in Kroniek van De Kempen, deel 6, blz. 185)
Er was eens een meisje vroeg opgestaan (in Kroniek van De Kempen, deel 7, blz. 118)
Er was er eens een maagdeke al vroeger opgestaan (in Kroniek van De Kempen, deel 7, blz. 119)

Er zou eens een meisje vroeg opstaan (in Kroniek van De Kempen, deel 12, blz. 153)


Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk