In Londen woonde een man
[Arch. nr. L1438-02]



1
en in Londen woonde een man
zeer oud en grijs van jaren
hij die niet meer werken kan
hij moest zijn brood gaan vragen
en hij had een zoon
zeer gierig en obstinaat
maar god spaart ze zelden
die hun ouders zo versmaadt

2
zijn zoon die was er getrouwd
met een zo deugdzaam vrouwe
die voor haar vader behoudt
zij wou haar schoonvader wel houden
en om haar plicht te doen
sprak zij: ach lieve man
laat je vader bij ons wonen
hij die niet meer werken kan

3
zijn zoon riep op zijn aard:
dat zal toch nooit geschieden
hij die er uit schooien gaat
tot schande van alle lieden
dat zal ik nooit gedogen
het is voor mij een affront
hij brandt er in mijn ogen
diejen ouwe grijzen hond

4
het was eens op enen dag
dat de man z'n pachten moest gaan ontvangen
zijn vader was er verblijd
is er aan zijn huis gegangen
gij zijt geprezen
want gij zijt mijn zoons huisvrouw
en jij weet dat ik nooit
komen mag bij jou

5
de vrouw uit liefde goed
zij gaf hem drank en spijzen
wat geld en ook wat goed
om verder door te reizen
maar toen hij halverwege was
om naar Maastricht te gaan
zijn zoon die kwam hem tegen
en hij randde zijn vader aan

6
zeg ouwe grijze knaap
waar hebt gij zo lang gelopen
zeg waar gij henen gaat
komde gij hier de boel nog stropen
jij hebt aan mijn huis gezeten
de waarheid of je dood
ja je vrouw heeft mij nog gegeven
om gods wil een stukje brood

7
hij heeft zijn vader laten gaan
is aan zijn huis gekomen
daar riep hij den duivel aan
heeft toen zijn vrouw genomen
jij zult er verzinken
onder diejen helse grond
want mijn eten of mijn drinken
en dat is hem niet gegund

8
de aarde scheurde meteen
hij is er zelve in gezonken
nog dieper dan ene paal
ja zonder taal of teken
de principaal begon te bidden en te smeken
maar er was geen hulp bekend
maar wat zijn ziel moet lijden
ja dat blijft aan god bekend

Het was Wilhelmina van Wanrooy die mij dit exempellied in 1985 te Oosterhout voorzong. Eerder gaf ik een variant van dit lied uit Deurne. (zie Kroniek van De Kempen, deel 11, blz. 136), waar ik ook wat meer achtergrondinformatie gaf. Een derde variant tekende ik op in Lierop (Johan Berkers, 1982)


Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk