1
komt jonkheid luistert naar dit lied
hetgeen ik zing is waar
het is van Karel en Roza
die beminden steeds elkaar
ach lieve Roza houd maar goede moed
ik maak een reisje naar de west
en dat is voor het lest
2
voor u bewaar ik mijne schat
door u zo gewaardeerd
hij is voor u mijn Karel dan
met wie ik thans verkeer
ach lieve Karel houd u voor constant
komt gij weer in het vaderland
dan reik ik u de hand
3
zo scheidde nu het lieve paar
en Karel was voor moed
het schip dat stak toen in de zee
hij zwaaide met zijn hoed
ach lieve Roza houd maar goed moed
ik maak een reisje naar de west
en dat is voor het lest
4
het was geleden omtrent twee jaar
toen ik kreeg ene brief
hij kwam vanuit Batavia
hij schreef: ik heb u lief
ach lieve Karel houd u maar constant
komt gij weer in het vaderland
dan reik ik u de hand
5
zij telt de maanden van het jaar
zij wandelt langs het strand
het schip kwam zeilen uit de zee
haar lieve Karel kwam
ach lieve Roza lieveling van mijn hart
ik ben weer in het vaderland
nu eindigt onze smart
Het was in 1982 dat de gezusters Antonia Marijnissen-de Bruin en Johanna Dictus-de
Bruin mij dit lied van de trouwe Roza en haar Karel te Achtmaal voorzongen.
Het is onduidelijk waar Karel heengevaren was; hij vertrok naar de west, maar
zijn brief kwam uit Batavia, uit de oost dus. Dat hij naar de oost, naar Nederlands
Indië vertrokken was, ligt het meest voor de hand. Ik heb geen andere optekening
van dit lied om deze veronderstelling te verifiëren. Daarentegen pleit
het gebruik van een melodie als Oh, Susanna! weer voor de west.
Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk