Oorlogsleed
[Arch. nr. L1282-06]



1
mensen blijft nu even luist'ren
hoort thans deze verzen aan
dat met deze grote oorlog
onze mannen strijden gaan
vrouw en kind'ren wenen treurig
droefheid heerst in elke stand
|: hoort de nood- en jammerklachten
ook in 't dierb're vaderland :|

2
vele mensen zijn thans brodeloos
't werk wordt meestal stopgezet
mannen lieden vrouwen en kinderen
zoons ook trouw aan plicht en wet
gingen dienen de soldaten
om te strijden op 't veld van eer
|: dat zij spoedig wederkeren
ja dat smeken wij de heer :|

3
wat klaagt men toch in deze tijden
't is barbaars als men het hoort
de couranten schrijven immer
van grote veldslagen brand en moord
want reeds vele dappere krijgers
stierven op het veld van eer
|: wat zal toch ons einde wezen
laat ons hopen op den heer :|

4
hoort toch ginds die jammerklachten
in België ach het doet zo'n wee
lijken liggen er bij hopen
op 't slagveld bij Visé
ook in Luik en andere landen
vloeit het bloed bij stromen neer
|: Duitsland België Frankrijk Rusland
strijden allen voor de heer :|

Dit lied over de Eerste Wereldoorlog werd in 1982 aan mij voorgezongen door Toon van Bavel te Rijen. Ik kon het lied nog op meerdere plaatsen optekenen (Schijndel, Veghel, Zeelst) en vond het ook op een liedblad, dat ik hier laat volgen.



Op het liedblad missen we de derde strofe van de optekening bij Toon van Bavel, maar een andere, vierde strofe is toegevoegd. Ik geef hier de tekst van deze laatste strofe.

Zijn de menschen wilde beesten
Dat men elkaar vermoorden doet?
Broedermin, is weg bij de meesten;
Men verlangt naar elkanders bloed.
Mocht er toch spoedig een eind aan komen,
Dit is de wensch, ja, van het heelal,
Dat is de wensch van vele volkeren
En ook van ons dierbaar Vaderland.


Dat zegslieden soms een afwijkende zangwijze gebruiken, is niet ongebruikelijk. Als men een aangegeven zangwijze (op het liedblad b.v. Het Bloemenlied) niet kende of als er geen zangwijze aangegeven stond, probeerde men zelf een passende melodie te vinden. Toon van Bavel zong het lied op de wijze van Het stille klooster, hoewel de strofen daarvoor te lang zijn. De melodie hoort bij een vierregelige strofe. Omdat de strofen bij Toon van Bavel achtregelig zijn herhaalt hij de gehele melodie en de laatste-regel-herhaling past hij alleen bij de laatste regel van de strofe toe. Dat het lied meer op deze zangwijze werd gezongen, bewijst de optekening bij Anna v.d. Elzen te Veghel, die het lied in 10 vierregelige strofen in haar liedschrift noteerde, hoewel zonder herhaling. Bij haar zijn de laatste strofen:

laat ons nu toch allen wenschen
dat dees tijden vlijden heen
't is de lust van alle menschen

t is de lust voor iedereen

't is de wensch van vele volkeren
van vrouw en kinderen uit elke stand
't is de wensch van vele kinderen
ook van ons dierbaar vaderland

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk