Op die verre heide woont een schone maagd
[Arch. nr. L1348-01]



1
op die verre heide woont een schone maagd
schoner dan de lelie die zij draagt
spelend met de visjes en het voog'lenkoor
gaf aan het lieve kind gehoor

refrein

schoner dan de lelie roemrijk en blij
was zij er de schoonste van die hei
|: en ieder die haar kende prees het kind zijn roem
veel schoner dan die heidebloem :|

2
als de zon in het westen zachtjes ondergaat
de natuur zijn stemmen horen laat
knielt het arme meisje als een engel neer
en dan aanbidt zij god den heer

3
er daalt een engel neder klopt zachtjes aan haar oor
en sprak: den heer die roept u hoor hoor hoor
aanstonds ging het meisje deed wat den heer gebood
en het lieve kind van de hei was dood

Opname: Deurne, Antonia Verhees-Maas, maart 1983

Het lied werd door Antonia gezongen met vertragingen aan het einde van de eerste en de derde regel van elke strofe en aan het einde van de eerste, de tweede en de vierde regel van het refrein.
Ik tekende het lied, waarbij in de eerste strofe symbolen van dood (lelie) en eenzaamheid (heide) de dood van het meisje reeds aankondigen, ook op in Maarheeze bij Elisabeth Westen-van Noorwegen.


Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk