Rosalia
[Arch. nr. L1533-01]



1
Rosalia mijn vriendinne
maak toch geen bezwaren
ik blijf u altijd beminnen
ik ga nu de zee bevaren
rozalie maak geen verdriet
als wij zijn in de woeste zee
u verlaten doe ik niet

2
ach minnaar gij doet mij beven
mijn hart doet niets als treuren
denk toch eens op uw jong leven
dat gij nu gaat verkeren
ach minnaar gij lieve vrind
zijt gij dan in de zee verslind
en gij wordt van mij bemind

3
vrinden gij kunt mij niet meer houden
wij vrezen voor geen gevaar
wij zullen ons op god vertrouwen
als wij er de zee bevaren
ach rosalia maak geen verdriet
u verlaten doe ik niet
van `ze levensdagen niet

4
adieu mijn ouders en mijn vrinden
laat toch uwe moed niet zinken
vaart dan wel mijne vriendinne
wie ik gedurig zal gedenken
ach rosalia geef mij de hand
het scheepje ligt bereid
en wij gaan van kant
naar een ander vaderland

5
rosalia bedroefd van zinnen
zij begon toen te treuren
ik kon bij dag of nacht geen troost meer vinden
ach mijn hart moet scheuren
als ik gedenk aan mijnen tijd
dat mijn minnaar nam zijn afscheid
zijn vertrek met het schip verblijd

6
een tijd daarna heeft zij ontvangen
een schone brief geschreven
de tranen vloeiden van haar wangen
als zij hem nu overleesde
ach rosalia wij zijn in nood
denk toch ons leven is zo groot
wij bezwijken door hongersnood

7
ach na lijden komt verblijden
denk hoe mijn hart moet trachten
het schip kwam weder in zijn zeilen
zij vaarden dagen en nachten
rosalia mijne vriendin
als ik u nog eens wederzie
en nog in het leven vind

8
ach wat vreugde en victorie
zij zijn weer aan wal gekomen
rosalia die dat spoedig hoorde
heeft van hare vriend vernomen
ach wat een vreugd ach wat een vreugd
zij trouwden tesamen in hunne jeugd
nu leven zij in eer en deugd

Rosalia werd me in 1982 voorgezongen door Antonia Marijnissen-de Bruin te Zundert. Het is de enige optekening die ik van dit lied heb.

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk