Tussen Vlijmen en Besooyen
[Arch. nr. L1586-01]


allen:
tussen Vlijmen en Besooyen
leet 'nen ha-hartstikken dooie
te vernikk'len van de kou

voorbidder:
een twee drie vier vijf zes zeven

allen:
acht negen tien elf twaalf

voorbidder:
eerste statie. Petrus valt van z'ne fiets

allen:
tussen Vlijmen en Besooyen
leet 'nen ha........

enz.

Dit is een veelgezongen spotlied op de kruisweg. De kruisweg is een overdenking van het lijden van Christus in de katholieke kerk, waarbij men langs de veertien staties gaat die het lijden van Christus uitbeelden. Bij het gaan van de ene naar de andere statie zong men dan telkens één strofe van het lied Stabat mater dolorosa. Bij het beschouwen van de statieafbeelding mediteerde men over het betreffende gedeelte van de lijdensweg. De 'kruisweg' was erg populair tijdens bruiloften. Vaak maakte men op deze manier een levensloop van de feestelingen. In veertien staties, gelijk aan de kruisweg in de kerk, bezong men opvallende gebeurtenissen uit het leven van het bruidspaar. Veertien platen in de vorm van tekeningen fleurden het geheel op. De voordracht geschiedde dan met behulp van enkele feestgenoten. De 'pastoor' was uiteraard verkleed als pastoor. Misdienaars in hemdslippen assisteerden hem bij het dragen van het wijwater en de kwast. Het wijwater werd dan dikwijls meegedragen in een pispot en de kwast was een pleeborstel. Men hoeft niet veel fantasie te hebben om zich voor te kunnen stellen dat er overvloedig met 'wijwater' gesprenkeld werd.
Godefridus van Zantvliet te Wijchen zong mij deze kruisweg in 1983 voor.

Voor aanvullingen, aan- of opmerkingen info@volksliedarchief.nl
© Harrie Franken Liedarchief Weebosch-Bergeijk