1
en d'r zat enen uil die
spon spon spon
en d'r zat enen uil die ...
en d'r zat enen uil die spon
spon spon
en d'r zat enen uil die spon
-
faladeria
roebedoebedoep
-
-
2
en toen ik overkwam
kwam kwam
en toen ik overkwam
en toen ik overkwam kwam kwam
en toen ik
overkwam
toen kraaiden alle hanetjes
faladeria roebedoebedoep
toen
kraaiden alle hanetjes
en den held'ren dag brak aan
3
en de meid die keert
het huis weer uit
en de meid die keert het ...
en de meid die keert het
huis weer uit
en de meid die keert het huis
wat vond zij onder haar
bezempje
faladeria roebedoebedoep
wat vond zij onder haar bezempje
een
penning met een kruis
4
en de vrouw die neemt
den bes bij de hand
en de vrouw die neemt de ...
en de vrouw die neemt den
bes bij de hand
en de vrouw die neemt den bes
en sloeg die arme
dienstmeid
faladeria roebedoebedoep
en sloeg die arme dienstmeid
de
penning uit de hand
5
ach vrouw ach vrouw wat
doe je nou
ach vrouw wat doe je ...
ach vrouw ach vrouw wat doe je
nou
ach vrouw wat doe je nou
al wat de meid met keren vindt
faladeria
roebedoebedoep
al wat de meid met keren vindt
dat hoort haarzelve
toe